Vandaar dat ik na mijn studie startte als bankier. Ik had namelijk gehoord van vrienden en studiegenoten dat een traineeship bij één van de grootbanken een uitstekende leerschool zou zijn op inhoudelijk en persoonlijk vlak. Dat bleek al snel een schot in de roos: het analyseren van bedrijven, hun resultaten en de financieringsstructuur waren niet alleen interessant, er werd ook ongelooflijk veel tijd en energie in nieuwe medewerkers gestopt om die kennis bij te brengen. Hoewel starters in het begin ‘krullen moesten rapen’, werd hard werken juist beloond met veel verantwoordelijkheid.
Dat gevoel van verantwoordelijkheid is door de hele bancaire organisatie te voelen. Ondanks dat relaties en klanten zich soms ongehoord of onbegrepen voelen door beslissingen van de bank, zijn er altijd relatiemanagers die voor hen door het vuur gaan. Het is alleen belangrijk om te realiseren dat de commerciële bankier geen onbeperkte zeggenschap (meer) heeft. Hij kan niet alleen beslissen over het verstrekken van een krediet, maar er is goedkeuring nodig van een onafhankelijke derde: de risicomanager. Die risicomanager beoordeelt objectief of het geld dat de bank in bewaring heeft gekregen van de spaarder ook kan worden uitgeleend aan het bedrijf. Met zijn risico-inschatting worden we dus behoed voor over-commerciële, ondoordachte en risicovolle kredietverstrekkingen die niet meer terugbetaald kunnen worden. Want als dat krediet niet terug komt, dan kan ons spaargeld ook niet worden uitbetaald als we het nodig hebben.