Historie van 70 jaar
Pa van Wamel begon 70 jaar geleden als dorpssmid in Beneden Leeuwen en werkte o.a. voor meubel- en steenfabrieken in de regio. Daar kwam eind jaren 50 de klad in. Een vriend zei: “Kijk eens of je een maaimachine kunt maken om het gras in de boomgaarden te maaien.” Begin 1960 was het zover. De machine – met de merknaam Perfect – werd verder geperfectioneerd en Van Wamel besloot in 1962 over de grens te gaan. Hij reed met een wagen met aanhanger naar Duitsland om zijn cirkelmaaier te demonstreren.
Freek van Wamel: als de familiecultuur maar blijft...
Vervolgens ontwikkelde hij de hefmast om de kisten uit de boomgaard te halen en de snoeihoutversnipperaar. In de jaren 90 werd de sorteermachine aan het assortiment toegevoegd. Freek van Wamel startte in 1980 in het bedrijf. Na meerdere verbouwingen in het centrum van het dorp, bouwde Van Wamel in 1989 het huidige pand, mét een boomgaard als testlocatie, op het industrieterrein in het dorp. Daarna volgde er nog twee uitbreidingen. De Perfect machines worden afgenomen door professionele gebruikers over de hele wereld. Er is een wereldwijd dealernetwerk voor dienstverlening en verkoop van nieuwe machines. Er werken op dit moment 85 medewerkers bij Van Wamel.
Sportleraar
Van Wamel wilde vroeger eigenlijk sportleraar worden. (“Dit buikje was toen nog plat.”) Hij werd afgekeurd voor militaire dienst vanwege een vergroeide knieschijf en kreeg te horen dat hij daarmee waarschijnlijk ook niet door de keuring bij de Sportacademie zou komen. Met het bedrijf van zijn ouders in zijn achterhoofd startte Van Wamel een studie op Nyenrode. Vervolgens trouwde hij en vertrok samen met zijn vrouw naar Frankrijk om de taal te leren. ,,Dat was een eis van mijn vader. We deden nogal wat zaken in Frankrijk en je leert een taal het beste in het land zelf.” In 1980 kwam hij terug nadat hij in Frankrijk een baan afwees op de exportafdeling van een transportbedrijf. ,,Ze eisten een contract van vijf jaar. Dat was te lang want pa had me nodig op de exportafdeling. Mijn broer stapte in 1982 het bedrijf binnen en uiteindelijk droeg pa het bedrijf over aan ons. 2000 was een roerig jaar. Allereerst het overlijden van pa en mijn broer gaf aan uit het bedrijf te willen stappen. Ik nam zijn aandelen over in 2001.”
Freek van Wamel over management buy-out Van Wamel B.V.:
Als de familiecultuur maar blijft…
“Het moeilijkst voor mij was dat de overnameprocedure zolang geheim moest blijven. Mijn vrouw, kinderen en een bevriend fiscalist wisten er van. Verder niemand. Ik moest ‘s avonds vaak naar kantoor om gegevens te verzamelen en voelde me een soort van spion in mijn eigen bedrijf. De laatste tien jaar was ik bijna altijd op kantoor en nu had ik ineens veel afspraken buiten de deur. Ik moest allerlei smoesjes verzinnen en daar houd ik niet van. Ik ben heel open.”
Pa van Wamel werkte door tot zijn 75e. Freek: ,,Ik heb altijd gezegd dat ik tussen mijn 60e en 65e jaar zou stoppen met werken. Op mijn 55e vroeg mijn accountant of ik al bezig was met mijn opvolging. Ik dacht: ‘Hallo, ik ben nog te jong, dat komt nog wel. Hij antwoordde: ‘Zo’n proces duurt een aantal jaren, dat moet je tijdig starten.’ Mijn vrouw herinnerde me rond mijn 59e verjaardag aan mijn eigen woorden. Ik had het nog heel goed naar mijn zin, dan maakt een paar jaar niet uit. Ik sprak er met een bevriend fiscalist over en besloot om het toch in gang te zetten. Dan ga je in gesprek met mensen die je daarbij kunnen begeleiden. Via de fiscalist kwam ik bij Crowe Foederer Eindhoven terecht. Er was meteen een klik met Harrie en Guus van Houts. Guus en zijn assistent Jaap werden mijn vaste aanspreekpunten.”
Derde generatie
,,Het had natuurlijk zo kunnen zijn dat een van mijn kinderen (35, 33 en 30 jaar) het bedrijf over wilde nemen. Ik kondigde vier jaar geleden bij hen aan dat ik rond mijn 60e wilde stoppen. Het zou leuk zijn geweest als er een derde generatie zou komen, dan zou het ook meer geleidelijk zijn gegaan. Twee van de drie, de jongste twee, zeiden meteen dat het niets voor ze was. De jongste dochter is onderwijzeres, een zoon werkt bij Rijkswaterstaat. De oudste heeft een mooie baan als business unit controller en wilde er over nadenken. Na driekwart jaar zei hij: ‘Pap, ik doe het niet. Ik denk niet dat ik dat mijn hele leven wil blijven doen. Er komen nog heel leuke dingen op mijn pad en als ik de keuze maak om het familiebedrijf in te gaan, betekent het dat ik dat tot mijn pensioenleeftijd zal blijven doen. En dat benauwt me’ Ik vroeg me af of ik er destijds ook zo over had nagedacht. Nee. Maar ik begreep zijn punt en snapte dat hij het niet moest doen.”
Manusje van alles
,,Na de eerste gesprekken met Guus en Jaap werd een waardering van het bedrijf gemaakt. Daarna gingen we samen op zoek naar kandidaten. Die zoektocht resulteerde in een long list waar uiteindelijk een short list uitkwam. Er reageerden zes bedrijven. Ook die gesprekken moesten in de avonduren als alle medewerkers weg waren. Snel broodjes halen en om 18 uur de mensen ontvangen. Bij vijf kandidaten had ik een goed gevoel. Met één was er een heel goede klik. Een combinatie van Synergia Agritech Fund met een bedrijf dat ook deels in de markt van landbouwmachines zat; Trioliet, van de gebroeders van Liet.”
Beide partijen hielden de vaart er in; er volgde van januari tot en met maart een due diligence, een boekenonderzoek. ,,Daar was ik niet bang voor, want ik wist dat het zou kloppen. Ben het manusje van alles hier en weet dat het allemaal goed is wat in het bedrijf gebeurt. Op verzoek van de kopende partij werd ook een aantal leden van het bestaande managementteam aandeelhouder. Er werd een voorlopig koopcontract opgesteld. Van 63 pagina’s of zo. De advocaten van Taylor Wessing namen alles door. Over en weer wat aanpassingen en uiteindelijk zetten alle partijen de handtekeningen en dronken we champagne op 20 april van dit jaar.”
Slecht-nieuwsspeech
,,Ik denk niet dat je zo’n proces alleen kunt doorgaan. De begeleiding van Foederer was heel prettig, op gelijk niveau. Er was intensief contact en alles werd goed teruggekoppeld. Die begeleiding heb je nodig. Guus en Jaap waren ook een prettige back-up tijdens de gesprekken.”
Het onvermijdelijke moment kwam dat het personeel ingelicht moest worden.
,,Ze zeggen dat je slechtnieuwsboodschappen net voor het weekend moet brengen maar op vrijdag werken niet alle medewerkers. Ik had een slechte nacht en besloot het toch op maandagochtend te doen. In het hele proces is dat hetgene waar ik het meest tegenop zag. Ik schiet weer vol… Dát vond ik ontzettend moeilijk. Je sluit wel wat af na 38 jaar. Ik heb met veel mensen heel lang gewerkt, dat gaat niet in de koude kleren zitten. Er is een medewerker van 72 jaar die al 55 jaar bij ons werkt. Ook een aantal dat meer dan 40 jaar in dienst is en ruim 20 met een dienstverband van 25 jaar. Dat betekent dat wij het met de mensen naar de zin hebben maar zij ook met ons. Zie het als één grote familie. Ik ken al mijn medewerkers. Ook de uitzendkrachten. Als iemand jarig is ga ik ze persoonlijk feliciteren en na de vakantie een praatje met ze maken. Je kunt je voorstellen dat het moeilijk was om de juiste woorden te vinden. Het maken van mijn speech schoof ik steeds voor me uit. Hoe doe je dat? Niet te emotioneel, veel geschrapt en veranderd. Om kwart voor 11 avonds had ik het redelijk goed in elkaar zitten. Op die maandagochtend had ik het vervelendste half uur in mijn leven. Na afloop van mijn speech was het muisstil.”
Van Wamel tekende in april een ontslagbewijs en meteen een nieuw contract voor één jaar. In principe is hij tot 1 mei 2018 beschikbaar om de overdracht te doen. ,,Het wordt anders, dat begrijp ik. Maar ik vind het vooral belangrijk om de nieuwe directeur ook de familiecultuur bij te brengen. Het belangrijkste voor mij is dat het personeel het gevoel heeft dat het een beetje op dezelfde manier doorgaat. Ik ben geen eigenaar meer maar in mijn doen en laten ben ik nog precies hetzelfde. Ik hoop dit jaar nog een goed resultaat neer te zetten en het goed af te sluiten.”
Goed besluit
Als de overdracht gedaan is komt het grote loslaten. ,,Daar denk ik nog niet teveel over na. Ik woon tegen het bedrijf aan; achter de boomgaard. Dus heel dichtbij het bedrijf. We hebben een mooi huis, daar gaan we niet meer weg. Op zaterdag heb ik een vast rondje: de bakker, de slager en de post voor de zaak halen en op kantoor verwerken. Dat zal veranderen. Mijn vrouw en ik passen al één dag per week op ons kleinkind. We vertrekken ‘s ochtends heel vroeg en ontbijten samen met de kleine. Dat is genieten. Je bent de hele dag bezig en doet eigenlijk helemaal niets. Ik neem wel eens vakliteratuur mee maar die gaat ongeopend weer mee terug. Verder moet ik uitkijken dat ze dadelijk niet de deur plat lopen om mij binnen te halen in het verenigingsleven hier in het dorp. Het eerste half jaar wil ik niets doen en niet gebonden zijn. Lekker samen fietsen en gewoon overdag in onze grote tuin werken in plaats van in de avonduren en in het weekend. Ik verheug me vooral op het gebrek aan stress. Al met al is het een heftig jaar geweest. Meestal sta ik er nuchter in maar vandaag komen de emoties toch weer bovendrijven. Dat is prima. Ik ben wel wat emotioneler geworden het laatste jaar. Ik heb in die 38 jaar zoveel meegemaakt in het bedrijf. Maar ik heb, voor mijn gevoel, ook naar het personeel toe, een goed besluit genomen.”
Nuance 7
‘ Freek van Wamel: als de familiecultuur maar blijft…’